De onderneming kan een vervoersvergunning aanvragen voor een voertuig dat wordt gehuurd in één van de andere lidstaten van de Europese lidstaten. In die periode kan het in België gebruikte voertuig zijn inschrijving behouden in het land van oorsprong. Bij aanvraag van de vergunning dient steeds een kopie van de huurovereenkomst gevoegd te worden.
Vroeger kon je dit als onderneming slechts voor een niet-hernieuwbare periode van maximaal zes maanden. Als gevolg van een wijziging van het Koninklijk Besluit van 20 juli 2001 over de inschrijving van voertuigen is het voortaan mogelijk om elk kalenderjaar opnieuw voor een periode van maximum zes maanden het voertuig te huren met behoud van de buitenlandse nummerplaat.
Met “kalenderjaar” wordt een periode bedoeld die loopt van 1 januari tot 31 december (dus geen willekeurige periode van 365 dagen).
De nieuwe regel dient zo te worden begrepen dat eenzelfde buitenlands huurvoertuig op jaarbasis één maar ook meerdere keren mag gehuurd worden zonder dat het in België moet worden ingeschreven op voorwaarde dat:
- de (elke) huurperiode maximum 6 maanden bedraagt
- én de (gecumuleerde) huurperiode per kalenderjaar nooit meer dan 6 maanden bedraagt.
Voertuigdocumenten
Volgende documenten moeten aan boord van het voertuig zijn:
- huurovereenkomst van het voertuig;
- vergunning op het gehuurde voertuig;
- bewijs van de arbeidsrelatie van de werknemer (vb. uittreksel uit dimona) of bewijs van het statuut van zelfstandige (vb. uittreksel KBO, uittreksel uit het Belgisch Staatsblad).
De huurovereenkomst en het bewijs van de arbeidsrelatie mogen voortaan ook in elektronische vorm vertoond worden. Je kan een model van een huurovereenkomst opvragen bij TLV.