Wanneer de vervoersmanager geen reële band heeft met de onderneming:
- kan hij in maximaal vier ondernemingen worden aangesteld (om zijn functie naar behoren te kunnen uitoefenen).
 - mag het totaal van de voertuigen waarover hij de verantwoordelijkheid uitoefent maximaal 
50 voertuigen bedragen. 
Gaan beide partijen akkoord, dan wordt de lastgevingsovereenkomst door beide partijen ondertekend. Vervolgens laten zowel de lastgever als de lasthebber hun handtekeningen wettigen bij de gemeente. 
Dat hoeven ze niet samen te doen. 
Wanneer de vervoersmanager een reële band heeft met de onderneming (= interne vervoersmanager) gelden bovenstaande maxima niet. In de verordening worden voorbeelden gegeven van wie verondersteld wordt een reële band te hebben met de onderneming: werknemer, directeur, eigenaar, aandeelhouder, persoon die de onderneming beheert of indien de onderneming een natuurlijke persoon is, die persoon zelf.
De vervoersmanager moet zijn woonplaats hebben in de Europese Unie.