Vanaf 2 februari 2022 moeten chauffeurs van een voertuig met een digitale tachograaf het symbool van het land dat ze binnenrijden ingeven in de tachograaf, bij het begin van hun eerste stop in dat land. Die eerste stop moet worden gemaakt bij de dichtstbijzijnde stopplaats aan of voorbij de grens. De chauffeur moet dus verplicht stoppen op de dichtstbijzijnde stopplaats aan of voorbij de grens om dit in te geven.
Voertuigen met een analoge tachograaf moeten al sinds 20 augustus 2020 de landcode registreren bij grensoverschrijding. Je kan bij TLV het richtsnoer opvragen dat uitlegt waar je dit moet aanbrengen op de schijf. Wanneer de overschrijding van de grens van een lidstaat plaatsvindt op een veerboot of een trein, dan moet de chauffeur het landsymbool vermelden aan de haven of het station van aankomst.
De registratie van de grensoverschrijding gebeurt automatisch bij voertuigen die over een smart tacho type 2 beschikken. Dit soort tachografen komt echter pas in 2023 op de markt. In alle voertuigen uitgerust met een ander type tachograaf moet de registratie manueel gebeuren!
Concreet voert de chauffeur dus zijn beginland in bij aanvang van zijn werkdag en voert opnieuw een beginland in bij elke grensovergang. Het eindland moet enkel op het einde van de werkdag worden ingevoerd. Bij sommige smart tacho type 1 tachografen is er na een software update assistentie bij de registratie van de grensoverschrijding. 120 seconden nadat de GNNS in de tachograaf heeft vastgesteld dat een landsgrens gepasseerd werd, zal de registratieassistentie geactiveerd worden. De chauffeur zal dan bij de eerstvolgende stop gevraagd worden om het nieuwe land te bevestigen.